Checklist verhuizen binnenland
Wil je met je kind(eren) verhuizen na een scheiding dan mag dat niet zomaar. Het is handig om dan de volgende checklist voor jezelf in te vullen en tijdig een gespecialiseerde advocaat om advies te vragen.
De ouder bij wie een kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, dient in beginsel de gelegenheid te krijgen om met dat kind elders een gezinsleven en een toekomst op te bouwen. Wel is het zo dat naarmate de andere ouder daardoor meer wordt beperkt in de invulling van zijn leven met het kind, er meer reden moet zijn om die verandering van woonomgeving te rechtvaardigen.
Daarbij betrekt de rechter alle omstandigheden van het geval en neemt de belangen van alle betrokkenen in aanmerking. Hoewel het belang van het kind in beginsel het zwaarste weegt kunnen er omstandigheden zijn waardoor andere belangen zwaarder kunnen wegen. De rechter beoordeelt de volgende omstandigheden en belangen:
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
1. Noodzaak
Je kunt niet zomaar besluiten om te gaan verhuizen als dat grote impact heeft op de zorgregeling van de andere ouder en jullie kind.
Welke omstandigheden maken dat het noodzakelijk is voor jou om te verhuizen? Denk aan nieuwe (bestendige) relatie met wie je mogelijk al een ander kind hebt, ander werk, een gezonde en veilige leefomgeving voor jezelf en de kinderen, etc.
2. Voorbereiding
Een grondige voorbereiding is heel belangrijk.
Hoe goed heb jij je voorgenomen verhuizing voorbereid?
Denk daarbij aan je eigen werk, de invloed van de nieuwe omgeving op je kind, naar welke school zou je kind daar kunnen gaan, wat betekent de verhuizing voor je kind, kan je kind in de nieuwe omgeving zijn/haar hobby’s/sporten voortzetten?
3. Gevolgen verzachten/compenseren
Het is niet de bedoeling dat het contact tussen het kind en de andere ouder ten gevolge van de verhuizing verslechtert.
Wat zijn de gevolgen van de verhuizing voor het contact tussen de andere ouder en jullie kind? Hoe zie je dat contact na de verhuizing voor je?
Wat verandert er en wat kun jij eraan doen dat de verhuizing de band tussen vader en kind zo weinig mogelijk (negatief) beïnvloedt?
Als de reguliere zorgregeling wordt beperkt, is het dan mogelijk dat de andere ouder in ruil daarvoor meer tijd heeft met jullie kind in de vakanties?
Hoe groter de afstand, hoe meer eisen er worden gesteld aan een verhuizing.
4. Communicatie
Een goede communicatie tussen de ouders is belangrijk als de afstand tussen de ouders groter wordt.
Hoe goed is de communicatie tussen jou en de andere ouder over jullie kind?
Wat kun je er zelf aan doen om die eventueel te verbeteren?
Gun je de achterblijvende ouder en jullie kind een goede band met elkaar?
Hoe is jullie echtscheiding verlopen, hebben de kinderen daar veel last van gehad?
5. Recht op onverminderd contact
Als het na de verhuizing niet mogelijk is om de zorgregeling ongewijzigd voort te zetten, welke alternatieven kun je dan bedenken om er toch voor te zorgen dat het contact tussen de achterblijvende ouder en jullie kind onverminderd blijft? Denk daarbij ook aan contact via skype of bellen.
6. Continuïteit zorg
Natuurlijk is het belangrijk dat de zorg voor je kind wordt gecontinueerd.
Hoe ga je de zorg voor je kind regelen in de nieuwe situatie?
Hoe is het contact met school en de andere ouder mogelijk?
Heb je al gekeken naar een nieuwe tandarts, huisarts, overige begeleiding die je kind nodig heeft?
7. Frequentie contact
Een co ouderschap is vaak na een verhuizing niet meer uitvoerbaar. Bedenk wat er nog wel kan. Zo kun je bijvoorbeeld een regeling van drie ruime weekends per maand overeenkomen in plaats van een regeling per twee weken.
8. Leeftijd kind en geworteld of niet
De leeftijd van je kind is belangrijk. Voor een goede hechting van een heel jong kind is frequent contact essentieel. Is een kind wat ouder dan kan de afstand wat langer zijn.
Het kan helpen als je kind al vertrouwd is met de nieuwe omgeving, daar misschien zelfs al nieuwe vrienden heeft gemaakt.
9. Extra kosten na verhuizing
Vaak kost een verhuizing extra tijd en geld op voor de achterblijvende ouder, die meer moet reizen om jullie kind te kunnen zien. Het kan helpen om aan te bieden dat jij haalt en brengt en overige kosten vergoedt.
Wat te doen? Overleg, mediation of procedure
Het liefst wil je een verhuizing ruim op tijd (liefst ruim een half jaar van tevoren) in goed overleg met de andere ouder van je kind zo goed mogelijk voorbereiden. Als jullie samen tot een regeling kunt komen die voor jullie beiden acceptabel is dan is dat de beste basis voor de toekomst. Als mediator kan ik jullie daarbij begeleiden.
Heb je er geen enkel vertrouwen meer in dat jullie tot overeenstemming kunnen komen, dan kan ik als advocaat voor jou vervangende toestemming voor verhuizing vragen bij de rechtbank. Ook in dat geval zal ik eerst proberen met de advocaat van de andere ouder van jouw kind tot een gezamenlijke oplossing te komen. Als er met spoed een uitspraak nodig is dan kan dat overleg zo nodig tijdens de procedure plaatsvinden, zodat daardoor geen tijd wordt verloren. De rechtbank zal de Raad voor de Kinderbescherming om advies vragen.
Houd er wel rekening mee dat het een aantal maanden kan duren voordat een uitspraak daarover wordt gegeven, ook al is dit een versnelde procedure op grond van artikel 1:253a BW. Benader dus ruim op tijd een mediator of advocaat en niet vlak voordat je wil gaan verhuizen.Meer informatie?
Ik overleg graag met je wat voor jou in jouw situatie de beste manier is om een voorgenomen verhuizing aan te pakken. Neem gratis en vrijblijvend contact met mij op via mail zon@zonmediation.nl of telefonisch op 06 21 808 608.
Naarden, 27 juni 2021
Marieke Zon, advocaat en mediator
http://www.zonmediation.nl/
Voorbeelden uit de rechtspraak
Bijgewerkt tot 1 september 2021
NB – De rechtspraak is heel casuïstisch. Vaak wordt niet duidelijk waarom in de ene zaak verhuizing naar de nieuwe partner onvoldoende is als onderbouwing voor het noodzaak-criterium en in de andere zaak wel wordt geaccepteerd. Ook wordt soms het argument van de achterblijvende ouder dat het contact met een kind minder zal worden na de verhuizing terzijde geschoven, terwijl in een andere uitspraak wordt overwogen dat het sociale leven van de kinderen zich steeds meer in de nieuwe woonplaats zal gaan afspelen naarmate de kinderen ouder worden.
Het verdient dan ook aanbeveling om serieus te proberen om samen in mediation tot goede afspraken te komen.
Hof Arnhem-Leeuwarden 12 augustus 2021, ECLI:GHARL:2021:7820
Verhuisd zonder toestemming; hoofdverblijfplaats gewijzigd.
De vader is onverwachts en zonder toestemming van de moeder – of vervangende toestemming van de rechter – verhuisd naar een heel ander deel van het land. Hij komt de gemaakte afspraken over de zorgregeling niet steeds na. Zoon 1 kan daardoor niet vertrouwen op de afspraken die tussen de ouders zijn gemaakt. Hij wordt hierdoor langer uit zijn vertrouwde omgeving in A gehouden, waar hij zijn vrienden en school heeft en logopedie en speltherapie volgt. Verder kan zoon 1 door de verhuizing van de vader de ene week, als hij bij zijn vader verblijft, niet en de andere week, als hij bij zijn moeder verblijft, wel naar school gaan. Hoewel hij tot deze zomer nog niet de leerplichtige leeftijd had bereikt, hebben de moeder en de school een achterstand geconstateerd. De vader denkt dus niet in de eerste plaats aan de belangen van zoon 1. De vader biedt hem op deze manier niet de rust en structuur die zoon 1 nodig heeft. Bovendien houdt hij zich niet aan de regels die gelden voor ouders die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. Het is daarom niet langer in het belang van zoon 1 dat hij zijn (formele) hoofdverblijfplaats bij de vader heeft. Het hof bepaalt dat zoon 1 voortaan zijn hoofdverblijfplaats bij de moeder heeft. Daarnaast is de bestaande week-op-week-af-regeling niet meer in het belang van zoon 1 en bovendien na de zomervakantie – als zoon 1 leerplichtig wordt – niet meer haalbaar. Het hof stelt daarom de door de moeder voorgestelde zorgregeling vast.
Hof Arnhem-Leeuwarden 17 juni 2021
Vervangende toestemming toegewezen.
Kind is 12 jaar. Moeder heeft bestendige relatie met haar nieuwe partner en wil al langere tijd met hem samenwonen. Hij kan in verband met zijn werk niet weg uit zijn woonplaats. Moeder heeft de verhuizing voldoende doordacht en voorbereid. Zij wil dat het contact tussen vader en kind zo min mogelijk wijzigt en heeft een zorgregeling voorgesteld waarin het kind dire weekends per maand bij vader verblijft. Kind blijft hockeyen in woonplaats vader.
Verhuizing hoeft daarom geen negatieve gevolgen te hebben voor het contact tussen vader en kind. Moeder weet dat kind dol is op vader, respecteert de belangrijke rol van vader in het leven van het kind en gunt beiden hun goede contact. Kind is al regelmatig in de nieuwe woonplaats, kan het goed vinden met de nieuwe partner van moeder en wil graag daar naar de middelbare school.
Hof Amsterdam 11 mei 2021 – ECLI:NL:GHAMS:2021:1486
Geen vervangende toestemming. Kind is 2 jaar, vrouw is direct na de geboorte al verhuisd op grote afstand van man. Noodzaak tot verhuizen niet aangetoond. Onvoldoende bewijs dat vrouw geen woning kan vinden in woonplaats man. Zij heeft haar baan in die plaats nog niet verloren. Vrouw niet bereid om man tegemoet te komen, man heeft wel voorstellen gedaan om in de richting van de vrouw te verhuizen. Lange afstand te belastend voor het kind en zal goede band vader-kind en actieve vaderrol in de weg staan. Vrouw moet terugverhuizen naar een plaats binnen een straal van 30 km van woonplaats man.
Hof Amsterdam 4 mei 2021 – ECLI:NL:GHAMS:2021:1429
Verzoek om vervangende toestemming afgewezen.
Noodzaak tot verhuizing niet aangetoond door de vrouw, ook al woont haar nieuwe partner elders met een co ouderschap met zijn ex echtgenote. Onvoldoende onderbouwd dat zij in zijn woonplaats meer kans op een baan zou hebben. Dat zij in die plaats al een sociaal netwerk zou hebben is onvoldoende relevant, in haar oude woonplaats heeft zij dat ook.
Gezien de uitgebreide zorgregeling komt de gelijkwaardige verzorging door beide ouders in gevaar ingeval van een verhuizing. De kinderen hadden al veel last van de scheiding van hun ouders en het is niet in hun belang als hun leven opnieuw ingrijpend zou wijzigen.
Hof Amsterdam 20 april 2021- ECLI:NL:GHARL:2021:3875
Wel vervangende toestemming. Ruime omgangsregeling. Noodzaak om verhuizen is aangetoond: vrouw heeft met nieuwe partner een kind. Huidige woning vrouw te klein voor haar gezin, zeker met thuiswerken, ook na pandemie.
Groenere, minder stedelijke, woonomgeving, met meer ruimte in en om de woning is in het belang van vrouw, haar partner en haar kinderen. Die is niet op fietsafstand van de man in plaats A te vinden. Bovendien kan de vrouw de woningen in A niet betalen.
Als vrouw niet mag verhuizen met kind, wordt ook haar partner gedwongen in A te blijven, terwijl hij daar weg wil.
Verhuizing leidt wel tot inbreuk op belangen man en kind op onverminderd contact, goede band en actieve vaderrol in de buurt van kind. Verhuizing van kind naar B hoeft een goed contact met de man echter niet in de weg te staan en zijn betrokkenheid in het leven van het kind is ook na de verhuizing voldoende gewaarborgd.
Reistijd ca 40 minuten per auto geen onoverkomelijke belemmering bij uitvoering van huidige zorgregeling. Vrouw bereid kind te halen en brengen.
‘Het is niet ongewoon dat een kind na een scheiding een groter sociaal netwerk bij de ene dan bij de andere ouder heeft. Dit hoeft nog niet te betekenen dat daarmee het belang van het kind en/of de band tussen kind en uitwonende ouder worden geschaad. Veeleer is voor het kind en de band met de uitwonende ouder van belang dat beide ouders elkaar de band met het kind gunnen. Het hof acht het invoelbaar dat de man de voorkeur geeft aan één leefomgeving voor het kind met beide ouders op fietsafstand, maar zoals is overwogen, is dit voor het gezin van de vrouw waarin het kind opgroeit niet langer haalbaar.’